Wat zie ik? met Rob Kamphues

Presentator Rob Kamphues: ‘Ik weet wat mensen willen en ik lever het’

Hoe kijk je naar foto's van jezelf, wat bevalt je, en wat niet? Presentator en cabaretier Rob Kamphues (63) weet: met een camera erbij schiet je gemakkelijk in een groef.

Wat zie je als je naar je foto’s kijkt?

“Drie van de vier foto’s voelen authentiek, daar herken ik mezelf in. Maar die foto linksonder, daar zie ik een man die poseert voor de fotograaf. Hij denkt bij zichzelf: ‘Wat ben jij een lul’, en dat levert blijkbaar een blik op die veel fotografen graag zien, want als ik zo kijk roepen ze altijd: ‘Ja, Rob, dat is ’m. Meer!’ Behalve de fotografen van sommige damesbladen, die roepen juist: ‘Lach nog eens Rob!’ Sta ik overal als een blij ei op de foto’s.”

En je bent geen blij ei.

“Ik bedoel vooral: met een camera erbij is het makkelijk om in een soort groef te schieten. Ik weet wat de mensen willen en ik lever het. Dat geldt ook voor andere vormen van optreden in het openbaar. Wist je bijvoorbeeld dat er een bepaald loopje bestaat voor een winnaar? Ik kan dat loopje. Binnen het autoracen gaat-ie zo: je moet je overall om je middel knopen, de net gewonnen beker hou je losjes in je linkerhand, en je kijkt enigszins vermoeid. Dát is het loopje van de man die goed werk heeft verricht. Het zijn dus niet alleen autocoureurs die dat loopje kennen. Barack Obama doet ’m ook.”

Zo sta jij op de cover van je boek ‘Inhaalrace’.

“Ik hou nou eenmaal van racen en van alles wat erbij hoort. Ik hou ook van de beschilderde helmen. Wist je dat ook mensen als Max Verstappen máánden met zo’n ontwerp bezig kunnen zijn, tot ze precies weten wat de ontwerper moet maken? Geweldig. Of die prachtige leren schoentjes die je tijdens het racen draagt; ook daar bestaan allemaal ongeschreven regels over – ze mogen niet wit zijn, in ieder geval. Ik hou van de ijdelheid die bij het racen hoort. Of nee, het is iets ingewikkelder dan dat; ik hou van die ijdelheid, vind vervolgens dat ik er níet van zou moeten houden en doe er dan alles aan om er heel nonchalant over te zijn.”

Racen heeft ook met dapperheid te maken, net als sommige tv-programma’s die je maakte, met levensgevaarlijke opdrachten. Hou je daar ook van?

“Op mijn veertiende besloot ik nergens meer bang voor te zijn. Tot die tijd was ik bijna overal bang voor – en mijn moeder ook. Ik ben heel lang ziek geweest, was ‘dat kind met dat hartprobleem’. Dat wilde ik niet meer zijn.”

Heeft dat besluit ook te maken met hoe je wilde dat mensen je zagen? Als een niet-bang, sterk mens?

“Het was in ieder geval een hang naar aandacht: zie mij. Daarom vond ik cabaret ook leuk, simpel gezegd deed ik dat toch vanuit de gedachte; als ze lachen vinden ze me aardig. Maar het ingewikkelde is dat je jezelf kwijtraakt als je gaat geloven in die aandacht, als je alleen nog de koppen trekt die een fotograaf wil dat je trekt, als je alleen nog maar de stunts doet die een redactie voor je verzonnen heeft.”

Gebeurde dat bij jou?

“Kijk, als je heel hard racet is dat een gecalculeerd risico. Als je je levend laat begraven en niemand weet zeker of de deksel van de kist het wel gaat houden, is dat gewoon dom. Die domheid, dat ál te roekeloos spelen met mijn leven, dat wil ik niet meer. Er komt een tijd dat je moet gaan doseren.”

Hoe ziet dat doseren eruit?

“De rode draad in mijn leven is dat ik me comfortabel voel op het randje van gevaar, dat geldt voor autoracen en voor tv – nog steeds. Ik zou nu andere programma’s kiezen, maar ik zou de spanning zeker opzoeken. Daarom vind ik het programma over autoraces dat ik bij Ziggo presenteer ook leuk. Ik kruip nog steeds zonder aarzelen achter het stuur als het regent en ik net iets te hard moet rijden om me goed te kwalificeren. Maar dat is toch net even anders dan toen ik zestien was en altijd zonder te kijken extra gas gaf als ik met mijn brommertje een kruispunt naderde, vanuit de gedachte; hoe sneller je gaat, hoe minder groot de kans dat ze je raken.”

Rob Kamphues is tv-presentator, cabaretier en autocoureur