Venijnige of ontregelende personages
Jongeren kennen haar van tv, van haar personage Fiep in Penoza, ouderen van Het geheime dagboek van Hendrik Groen. Binnenkort is ze weer op tv te zien in de serie Zussen. En in De jacht op Meral Ö, een film over de toeslagenaffaire. Zuiderhoek is geliefd, om de soms enigszins venijnige of ontregelende personages die ze speelt – keurig, maar ondertussen – en altijd om haar heerlijke humor. “Cameraman Willem Helwig van Penoza zei eens: ‘Fiep mag niet doodgaan, want zij is de enige om wie te lachen valt. Daar hebben ze zich aan gehouden. Pas in de Penoza-film, na de serie, hebben ze me opgehangen. Ik snap trouwens niks van die serie, het is te moeilijk voor mij. Dan weet ik weer niet wat een kartel is, dus dan ben je mij kwijt. Maar ik zag wel dat het goed was, er zat vaart in, met goede muziek.
“Het meest trots ben ik op mijn eigen programma: Maar wat er ook gebeurt, er klinkt muziek. Ik doe het nu voor het derde jaar met pianist Gerard Bouwhuis en violiste Heleen Hulst, onder regie van Kees Prins. Dit kon ik op mijn dertigste niet maken, nu pas kan ik goed terugblikken, met dank ook aan de platenkast van mijn overleden man, muzikant Willem Breuker.
Open relatie
“We spelen in zaaltjes van maximaal tweehonderd mensen en ik krijg zoveel enthousiaste reacties. Het is een soort rollercoaster door de 20ste eeuw. Over de tijd waarin ik groot werd, waarin ik de tv, de computer en de mobiel heb zien opkomen. Ik laat muziek uit die tijd horen en vertel wat die mij deed, in welke stukken ik speelde, met wie ik wat verder uitspookte.”
Na afloop van een van die avonden sprak een jongen haar aan: “Ik geloof dat vanavond mijn leven heeft veranderd. En die open relatie waar u het over had, daar ben ik nieuwsgierig naar.” Zuiderhoek: “Toen zei ik: ‘Daar ben ik nooit echt goed in geweest’. Maar tegenwoordig is het geloof ik weer in, in de Randstad althans. Ik ben blij dat ik dat niet meer hoef uit te vinden. Toen ik wat met Willem kreeg, we waren rond de 38, spraken wij af: laten we het nooit in ons eigen bed doen met een ander. Maar ik wilde niet alles weten. Ach ja, als ik iets vermoedde, zou ik toch niet van hem afgaan. Billie Holiday zong in 1945 niet voor niets: Don’t explain. Met alleen piano en bas, ik liet het ook in mijn programma horen, zo mooi.” Nu heeft ze geen last meer van die gevaren die op de loer liggen. “Dat geeft wel rust, maar ik had hem toch liever nog bij me gehad. We hadden het goed samen.”
‘Toneelspelen is denken’
Hoewel Zuiderhoek in het gesprek een fabelachtig geheugen voor namen en achternamen heeft, slaat ze wel steeds zijpaadjes in, waarvan ze zegt dat ze dat niet moet doen, want dan weet ze niet meer waar ze is. “Dit is echt de ouderdom, wat vroeg je mij?”
Ook valt het leren van teksten haar steeds zwaarder, vertelt ze. “Daar moet ik veel meer tijd voor uittrekken. Het duurt denk ik zes keer zo lang. Een tekst van twee A4'tjes doe ik niet meer. Dan ben ik de hele dag zenuwachtig of ik die wel onthoud, je moet het echt kennen zoals (dreunt op): Sinterklaas kapoentje, gooi maar in m’n schoentje, gooi maar in mijn laarsje, dank je sinterklaasje. En dan pas besluit je wat je met ermee doet. Toneelspelen is denken. Maak ik het vrolijk, beschuldigend, nonchalant?”
Er is helaas ook geen souffleur meer, hoewel Zuiderhoek dat juist goed vindt. “Dat neemt te veel tijd: eerst fluistert die, dan hoor jij het en moet jij het nog zeggen. Daar gaat de timing van naar de gallemiezen. Het is een beroepje, hoor, dus je zorgt maar dat je het kent, we verdienen er toch ons geld mee?”