‘Ben ik hiervoor onder het mes gegaan?’
De Groot, tevens achtergrondzangeres bij Eefje de Visser, bracht in 2021 als Meis haar eerste EP uit. Een kleine drie jaar later ligt haar debuutalbum in de schappen, Zwart/Wit. Over de betekenis van die titel is ze duidelijk: “Op dit album is geen plek voor nuance. Ik heb alles in de periode waarover ik zing heel extreem gevoeld. Dat doe ik nog steeds: het is bij mij -100 of +100.”
Het gros van de teksten op Zwart/Wit schreef ze in de twee weken dat ze in het ziekenhuis lag. “Vooral ’s nachts. Dan lag ik vaak wakker van de pijn.” Inmiddels is haar operatie bijna zeven jaar geleden, maar de weg naar herstel was lang. Ze somt haar donkere gedachten van de afgelopen jaren in sneltreinvaart op: “Waarom doe ik een operatie om mijn leven te verlengen, maar de kwaliteit van dat leven te verminderen? Wat is het leven dan nog waard? Waarom voel ik me zo ellendig? Waarom heb ik geen zin meer om mee te doen? O, nu zitten we in een pandemie en kán ik als artiest niet meer meedoen? Ben ik hiervoor onder het mes gegaan?”
Ook De Groots schuldgevoel jegens haar naasten speelde een rol in dat proces. “Het spijt me dat het weer gaat over mij”, zingt ze op Spijt. In het café, het puzzelboekje inmiddels aan de kant geschoven, zegt ze: “Ik heb moeite met ruimte innemen, altijd al gehad. Op het podium is dat anders. Daar is de ruimte nou eenmaal gereserveerd voor mij. Maar met dit album was ik bang dat het een ego-epos zou worden.”
Een vergelijkbare passage is te horen in Lelijk. Daar zingt ze dat het ‘slecht zou zijn als ik niet dacht aan andermans beleving; dat die meetelt, omdat ik godverdekanker niet alleen op de wereld sta’. Ze voelde veel weerstand om dat ene woord op te schrijven, vertelt ze. “Normaal scheld ik niet in mijn liedjes, laat staan met ‘kanker’. Ik heb veel moeite met mensen die dat doen. Elke keer als ik het hoor, doet dat me pijn. Dus óók als ik dat woord zing. Maar dat zorgt er wel voor dat het de lading krijgt die dat scheldwoord zou moeten hebben.”