Om het geheugen wat op te frissen: Debbie Harry is de frontvrouw van de band Blondie. Eigenlijk is zij Blondie en voor velen de meest sexy en charismatische vrouw in de popmuziek van de jaren zeventig en tachtig, met rode lippen die normaal alleen voorkomen in de zoetste liefdesliedjes en blauwe ogen die je dromerig verlangend aankijken en nog meer verlangen opwekken. Ogen die nu schuil gaan achter een grote zonnebril.
Daar schuilt een zekere symboliek in, zal later in het gesprek blijken als ze vertelt over hoe het is om als popidool ouder te worden.
Harry is de verteller in de documentaire So Unreal die deze week op het filmfestival IFFR draait. Maar nu ze toch achter het scherm zit, is het ook een uitgelezen mogelijkheid om haar te vragen hoe zij zichzelf vitaal houdt, als onderdeel van de serie Jonge Geesten. Het antwoord bestaat bij Harry uit een deel over haar lichaam, haar uiterlijk en een deel over haar mentale gesteldheid, haar geest.
Nieuwe projecten aanpakken
Eerst de geest. Een jonge geest heeft uitdagingen nodig. Harry zoekt dat onder meer door projecten aan te pakken als So Unreal, iets dat buiten haar comfortzone ligt. “Ik ben gewend om verhalen te vertellen met muziek, maar deze rol als verhalenverteller was nieuw en best spannend”, zegt Harry. “Het dwong me tot een krachtsinspanning, dwong me om verder te reiken, hard te werken. ”
So Unreal gaat over sciencefictionfilms in de periode 1981-2001. De tijd dat bijvoorbeeld het eerste deel van de film The Matrix verscheen. De maker van de documentaire, Amanda Kramer, laat in anderhalf uur zien hoe filmmakers eind vorige eeuw vragen opwerpen over wat echt is en wat niet, waar de grenzen liggen van identiteit en menselijk bewustzijn. Vragen die in de huidige tijd met de opkomst van kunstmatige intelligentie en levensechte avatars uiterst actueel zijn.
Keer je vooral niet af van de huidige ontwikkelingen met kunstmatige intelligentie, adviseert Harry. “Ik heb technologie altijd omarmd. Ik hou van nieuwe dingen en wil graag vooruitstrevend zijn. Al weet ik niet of ik nu zo bedreven ben in de wereld van computers en technologie.”
Maar Kramer vroeg Harry niet voor niets voor de rol van verteller. Blondie en sciencefiction klinkt misschien als een curieuze combinatie, dat is het niet. Een van haar bekendste nummers, Rapture uit 1981, is een mengeling van sciencefiction en urban dance-cultuur, ze speelde in de scifi-film Videodrome uit 1983 en haar grootste spijtmoment heeft te maken met sciencefiction. Ze was gevraagd voor de film Blade Runner uit 1982, maar haar platenmaatschappij vond dat geen goed idee. En dus liet ze de kans lopen om met Rutger Hauer te spelen in deze klassieker.