Je doelt dan op het nummer ‘Gethsemane’ waarin Jezus bijna wanhopig is over wat hem te wachten staat.
“Gethsemane gaat over de existentiële vraag van het waarom, waar je eigenlijk nooit antwoord op krijgt. Ik vind het ook zo mooi dat Jezus in dat nummer echt naar de hemel schreeuwt: ‘Waarom moet ik sterven?’ En hij krijgt geen antwoord. Voor het eerst laat Jezus dan irritatie en boosheid zien en dus ook verdriet. Hij gaat eigenlijk door alle fases van rouw heen. Uiteindelijk is er dan toch die aanvaarding van het lot: zo moet het zijn.”
De oorspronkelijke hoofdrolspeler van Jesus Christ Superstar, Ted Neeley, was wit. Jij bent van kleur. Is dat nog iets dat jou bezighoudt?
“Niet echt. Laatst kwam er na de voorstelling een vrouw op mij af die volgens mij een beetje te veel gedronken had. Ze vroeg zich af of Jezus wel dreadlocks had. ‘Jezus was toch geen rasta’, stelde ze vast. Nou, blond met blauwe ogen was hij sowieso niet. Jezus was gewoon een Joodse man.
“De oorspronkelijke film van Jesus Christ Superstar was ook heel divers gecast. Judas was van kleur en Maria Magdalena was een inheemse. Alles door elkaar heen, zal ik maar zeggen. Ik vind dat heel goed bij dit soort verhalen. Je benadrukt daarmee dat het gaat over hoe mensen in het algemeen met dingen omgaan, los van wat hun culturele achtergrond ook is. “
Dat versterkt ook het feit dat het een universeel verhaal is?
“Zeker. De musical gaat over een beweging, een beetje een activistische beweging eigenlijk, onder leiding van Jezus. Die stelt zich op tegenover de gevestigde macht en die voelt zich vervolgens weer bedreigd. Maar het gaat ook over het conflict tussen Judas en Jezus over voor welke principes je moet staan, het gaat over verraad en uiteindelijk over vriendschap.”
Kende je de musical al goed voordat je deze rol kreeg?
“Ik heb hem thuis in Suriname op televisie gezien toen ik nog een kleine jongen was. Ik moet een jaar of acht zijn geweest. De film maakte meteen al enorm veel indruk op mij. In een van de laatste songs komt Judas nog één keer terug en begint allerlei kritische vragen aan Jezus te stellen. Dan vroeg ik aan mijn moeder ‘Wat zingt hij nu eigenlijk?’
“Pas toen ik werd gevraagd voor de auditie ben ik als volwassene gaan luisteren en kijken. Dat was echt een feest. ‘Als ik dit toch elke avond mocht gaan zingen, zou het absoluut geen straf zijn’, dacht ik.”
Macrooy groeide in Suriname op in een katholiek gezin, deed Eerste Communie en ontving van de bisschop van Paramaribo het vormsel. Met zijn ouders, zijn tweelingbroer en zus ging hij naar de kerk. “Ik vond vooral het zingen leuk.” Op zijn zeventiende kwam hij uit de kast als homoseksueel en het was ook in die tijd dat hij besloot de katholieke kerk te verlaten.
“Ik ben uit de kerk gestapt vanwege homofobie. Met kerst zat ik in de kerk in Suriname Dat jaar had de paus iets gezegd over queer mensen en homoseksuelen. Ik dacht: dat klopt gewoon niet met de boodschap ‘God is er voor iedereen’.
“Ik moest mijn eigen seksuele identiteit omarmen en me losmaken van dat oordeel vanuit de kerk. Gewoon om mijn eigenwaarde te vinden en me te emanciperen van het idee dat ik, zonder dat ik er ook maar iets aan kon doen, door en door slecht en zondig was.”
Heb je je laten uitschrijven?
“Nee, ik ben gewoon niet meer naar de kerk gegaan. Weet je, ik vind het idee van een kerkgemeenschap wel goed. Elkaar een hart onder de riem steken. De Bijbel bevat verhalen die spiritueel heel diep gaan. Volgens mij is Jesus Christ Superstar ook met respect voor het lijdensverhaal van Jezus gemaakt. Ik vind het mooi dat je niet religieus hoeft te zijn om erdoor geraakt te worden, om na te denken over het leven, over mens zijn.”
Je bent met Jezus opgegroeid, om het maar een beetje populair te zeggen. Wat is er nog over van het beeld dat je toen van hem had?
“Ik geloof niet meer in Jezus uit de kinderbijbel, maar ik ben nog steeds fan van de waarden waar hij voor stond, zoals barmhartigheid en gelijkheid, daar geloof ik nog steeds in.”
En nu speel je hem…
“Dat klopt op de een of andere manier wel.”
Hoe bedoel je dat?
“Jezus ging om met de mensen aan de rand van de samenleving tegen wie in zijn tijd met minachting werd aangekeken en sprak zich uit tegen onrecht. Hij omarmde criminelen en prostituees, zieke mensen, noem maar op. Iedereen die werd verstoten. Ik denk dat als Jezus nu zou leven hij zich ook tegen homofobie en queerfobie zou hebben uitgesproken.
“Ik zou mezelf nooit echt met Jezus vergelijken, maar ik spreek me in mijn muziek ook uit tegen onrecht. Mijn eerste single in Nederland was Gold en die ging over ons koloniaal verleden. Dat was in 2016. De beslissing om dat als mijn eerste single uit te brengen, maakte ik heel bewust. Ik was verbijsterd dat er niets gebeurde in Nederland rond dat besmette verleden. Op mijn eerste lp staat ook een nummer waarom ik uit de kerk ben gestapt. Ik doe mijn mond open als dat moet.”
Welke boodschap moeten de bezoekers aan Jesus Christ Superstar mee naar huis nemen?
“Ik hoop dat mensen de voorstelling spiegelen aan de wereld waarin we ons nu bevinden. Dat kan heel groot zijn, je kan kijken naar de oorlogen in de wereld, het geopolitieke. Maar je kan ook gewoon dichterbij kijken. Hoe gaan wij met elkaar om? Wie neem jij in bescherming? Wie veroordelen we?”
Aan het eind van de voorstelling sta je op het podium. Het is stil. Je zit onder het bloed, terwijl het waait en het hemelwater op je neerdaalt. Hoe sta je daar dan?
“Misschien klinkt het als een cliché, maar ik denk dan aan het leed in de wereld. Ik denk heel veel aan martelaren, mensen als Aleksej Navalny, de Russische oppositieleider. Zo’n martelaarschap is in zekere zin een geschenk, omdat het in zijn goedaardige vorm vaak veranderingen in werking zet. Maar wanneer leren we dat die veranderingen er ook op een andere manier kunnen komen?”
Dit paasweekend staat Jesus Christ Superstar in het Nieuwe Luxor Theater in Rotterdam. De opstanding ontbreekt weliswaar in de musical en het paasfeest uit zijn katholieke jeugd raakt steeds verder uit zicht, maar ook voor Macrooy is het bijzonder om juist deze dagen dat ene verhaal te vertellen. “Ik hoop dat we door op Pasen het verhaal van Jesus Christ Superstar te vertellen mensen kunnen troosten en toch met een positief gevoel naar huis laten gaan.”
Interview: Stijn Fens
Albert Verlinde: ‘Over bijna ieder verhaal uit de Bijbel zou je een musical kunnen maken’
Het verhaal in Jesus Christ Superstar is de katholiek opgevoede Albert Verlinde niet vreemd. Toch deed de theaterproducent nieuwe inzichten op. ‘Het leven kan anders aflopen als je nét iets beter luistert.’
Het is 2018 als theaterproducent Albert Verlinde en regisseur Ivo van Hove samen zitten te lunchen in New York. Op dat moment zijn ze volop bezig de musical Lazarus - over David Bowie - van Broadway naar het Nederlandse toneel te vertalen. ‘Wat zou je nog graag willen regisseren?’, vraagt Verlinde aan Van Hove. Het antwoord is duidelijk: Jesus Christ Superstar.
“Dit verhaal kun je altijd naar het toneel brengen, het is van alle tijden”, zegt Verlinde. “Maar als Ivo van Hove dit zegt, dan moet ik dat als producent wel doen. Dan krijg je een Jesus Christ Superstar die boven alles uitstijgt.” Voor Van Hove volgde er een periode van nadenken - welke invulling moest de musical krijgen? Het werd een verhaal over twee vrienden, Jezus en Judas, die een passie delen: de wereld verbeteren. Hun verschillende zienswijzen drijven hen uiteindelijk uiteen.
“Het is echt een verhaal dat bij het nu past. De één wil de wereld verbeteren door positivisme en door rustig aan te doen, de ander door zich bij wijze van vast te plakken aan de snelweg”, zegt Verlinde. “Volgens mij is Jezus in dit verhaal degene die dat laatste wil, Judas wil rustiger aan doen.”