Wat zie ik? Mylou Frencken

Als Mylou Frencken naar haar foto’s kijkt, ziet ze verlegenheid én een stralende versie van haarzelf. Ze keek op haar elfde in de spiegel en dacht: ik hoop niet dat ik zo onopvallend blijf. Nu staat ze in het theater en is ze regelmatig ook op televisie te zien. Al wordt ze soms overvallen door onzekerheid.

Wat zie je als de naar deze foto’s kijkt?

“In die foto rechtsboven herken ik mijn verlegenheid, in combinatie met de acceptatie ervan. Ik ben nou eenmaal een beetje rommelig. Prachtige jurk, losse plukjes haar, dat soort combinaties. Ik hou ervan als iets onaf is, hoe ongemakkelijk dat soms ook voelt.”

Het plezier van het ongemak?

“Rond mijn vijfde kwam tegelijk met mijn zelfbewustzijn mijn schaamte opzetten. Als een moeder van een vriendin vroeg: ‘Wat wil je voor je verjaardag Mylou?’, dan durfde ik geen antwoord te geven, want misschien zou die moeder wel vinden dat ik om iets belachelijks vroeg. Het is een oeronzekerheid van me. Kan dit wel? Mag dit wel? Hoe moet dit?

“Ik heb het nog steeds. Laatst overviel me een soort mailangst: hoe schrijf je zo’n mail eigenlijk, welke toon sla je aan? Ik ging ploeteren en er kwam een enorm epistel uit. Kort en bondig leek me beter, maar hoe dan? Dán komt mijn geluk: ik heb daar vrienden voor. Ik heb mensen die ik zo’n mail voorleg en die me dan kleine schopjes de goeie kant op geven. Dat heb ik nodig, die schopjes, om er daarna alsnog een eigen draai aan te geven.”

Die schaamte maakt het niet vanzelfsprekend dat je op een podium terechtkwam.

“Ik was negen en een vriendinnetje had me in een toneelstuk gepraat. Ik was holbewoner, compleet met knuppel, maar ik was zo verlegen dat ik de tekst niet kon onthouden. Stond de regieassistente de hele avond naast het podium om mijn ene zinnetje voor te fluisteren. Iets als: ‘Hé, we hebben honger!’ En toch, daaronder zat die drang om me te laten zien, ook iets waar ik me rond die tijd bewust van werd. Op mijn elfde keek ik kritisch in de spiegel en zag een grijzig meisje met vettige donkerblonde haartjes. Ik hoop niet dat ik zo onopvallend blijf, dacht ik, en meteen daarna besloot ik dat het wel wat kon worden met me, als ik maar mijn best deed. Dat ben ik toen gaan doen.”

En de eerste foto?

“Die oogt niet helemaal spontaan, daar ­herken ik mezelf ook in. Ik ben meer van het bedenkelijke soort. Over moeilijke beslissingen kan ik gerust zes weken nadenken, en dan ben ik nog geen stap verder. Maar als je álles uitstelt, heb je steeds meer aan je hoofd. Bovendien heb ik geleerd dat ik het ook in één week kan, zelfs al blijf ik dan nog een tijdje na-tobben. Ik kan me nu eenmaal lastig overgeven aan wat ik al besloten heb.”

Zo iemand ben je?

“Die foto op de rug oogt zowel licht als licht wanhopig. Hij doet me denken aan de wandeling naar Santiago de Compostella die ik vorig jaar met een groep zangeressen ondernam. Leonie Jansen en ik waren de oudsten. Het wandelen was geweldig. ‘De camino geeft je wat je nodig hebt’, zei Leonie steeds. Maar na een paar dagen verdwaalden we. Het was gloeiend heet, we moesten een berg op en kwamen na een omweg pas bij het dorp waar we moesten zijn. Eenmaal op het terras zei een van die zangeressen: ‘Nog even een hoeraatje voor Leonie en Mylou’. Zo van: ‘die oudjes hebben het ook gered’. Dan proost je dapper glimlachend met zo’n groep mee en denk je: ik haat jongeren. Maar in dat dorp kocht ik ook de prachtjurk die ik nu aanheb. Het is waar: de camino geeft je wat je nodig hebt.”

En de vierde foto?

“Dat vind ik een fijne, stralende versie van mezelf. Daar zit iets ‘kom-maar-opperigs’ in. Zo is het ook, al had ik dat nooit van mezelf verwacht. Ik kon me vroeger enorm zorgen maken over volwassen worden, over bankafschriften, doodgaan, de wc op Schiphol vinden. Gelukkig blijk ik gezegend met veerkracht: sla me neer en ik val om, maar een paar dagen later loop ik weer rond. Al met al is het leven me tot nu toe dus 90 procent meegevallen.”

Mylou Frencken (1966) is theatermaker, zangeres en liedjesschrijver. Ze speelt haar voorstelling Minnares op 24 en 25 mei in theater Bellevue in Amsterdam en op 6 juli in Openluchttheater Valkenburg.

Interview: Jowi Schmitz