Jarenlang werd u niet gezien in de kunstwereld. Voelde u zich miskend?
“De mensen die het voor het zeggen hebben, zoals een aantal museumdirecteuren, negeerden mij. Het was altijd hetzelfde verhaal. Ze vonden me een hele goede schilder, maar mijn werk was niet vernieuwend. Ik ben ook geen totale vernieuwer, maar ik heb op een stille manier toch iets weten toe te voegen aan stillevens en kerkinterieurs. Het heeft een bepaald karakter. Mensen die mijn werk gezien hebben, vergeten het nooit meer. Ja, ik ben een nogal bediscussieerd persoon in de kunst, een buitenbeentje, maar inmiddels word ik steeds meer geaccepteerd.”
Een bijzondere doorbraak kwam tien jaar geleden, toen het Groninger Museum voor het eerst een schilderij van hem kocht. Zijn betekenis voor de figuratieve kunst werd in 2021 ook onderstreept met de Sacha Tanja penning, die hij volgens de jury al veel eerder had moeten krijgen. Met zijn schilderijen nodigt Helmantel de kijker uit tot bezinning, rust en stilte, aldus de jury. En benadrukt hij de schoonheid van de alledaagse dingen om ons heen. Helmantel: “Toen de juryleden, onder wie Wim Pijbes, Joop van Caldenborgh en Emily Ansenk hier kwamen kijken, waren ze overdonderd.”
En dan is het tijd voor de lunch samen met Babs, die Groningse mosterdsoep en boterhammen serveert. In de woonkeuken met moderne apparatuur verstopt achter eeuwenoude bouwmaterialen, spreekt Helmantel voor en na het eten een (dank)gebed uit. Ook leest hij een stukje voor uit de Bijbel, uit het boek Prediker. Ze zijn actief lid van de protestantse gemeente in het dorp.
Tijdens de rondleiding door het museum laat Helmantel het schilderijtje zien waarmee het verzamelen ooit begon. Dat was kort na hun huwelijk in 1971, toen ze op brommervakantie in Epse bij Deventer belandden. Daar zagen ze een stilleven van Koos Stikvoort, zo eenvoudig en los geschilderd dat ze er meteen voor vielen.
De collectie waaiert breed uit, van Weissenbruch van de Haagse School en de Belgische stillevenschilder Walter Vaes tot de realist Matthijs Röling, de gedetailleerde tekeningen van Philip Kouwen en het dromerige werk van Jan Mankes. Er hangen ook abstracte werken van Kees Stoop. “Ook daar kan ik enorm van genieten.” Lang staat hij stil bij de etsen van Rembrandt. “Ik had nooit verwacht dat ik werk van Rembrandt zou kunnen kopen. Elke keer ben ik weer verwonderd dat ik er hier in eigen huis naar kan kijken.”
Denkt u al na over de toekomst van dit museum en uw werk als u er niet meer bent?
“Dan wordt het hier helemaal een museum. We zijn in 2016 een stichting geworden en werken er hard aan om er een officieel museum van te maken. We hebben hulp van een conservator, Liesbeth van Es. Ze werkt ook in het Ikonenmuseum in Kampen.”
“Onze derde zoon Adriaan wil het museum voortzetten. Dat was voor ons een grote verrassing. Hij is helemaal niet van de kunst. Hij is wielrenner geweest, heeft diverse wielerploegen geleid en Tom Dumoulin ook in zijn ploeg gehad. Sinds een jaar helpt hij ons met allerlei zaken. Hij vindt dat deze bijzondere plek en de collectie in stand moeten blijven.”
We eindigen de rondleiding in de woonkamer van de Helmantels, ook ingericht met antiek en ikonen. Helmantel wijst naar het enige hedendaagse attribuut, de televisie. “Als ik er niet meer ben, zal die er wel uit gaan.”
Interview: Henny de Lange