Toch heb je het over seksueel geweld in de voorstelling, inclusief een triggerwarning aan het begin. Waarom?
“Het is het enige zware onderwerp in de voorstelling, maar ik wilde het wel aankaarten, ja. Niet mijn persoonlijke verhaal, maar de rol van omstanders. Zij gebruiken vaak een taal die schadelijk is, zonder dat ze dat misschien zo bedoelen. Want welke taal gebruik je over dit onderwerp? Welke vragen stel je aan iemand? En welke vragen juist niet? Daar wil ik vooral op ingaan.”
Je voert daarom een vrouw op die je tegenkomt in een dierenwinkel, die vragen stelt als: waarom heb je geen ‘nee’ gezegd, je bent toch een assertieve vrouw?
“En dan antwoord ik haar: Schijn bedriegt. Maar het zijn inderdaad juist de waarom-vragen die pijnlijk zijn. Waarom was je daar? Waarom heb je het niet eerder gemeld? Je hebt toch wel aangifte gedaan? In die vragen zit een licht verwijtende toon.
“In de media worden berichten over seksueel geweld vaak platgeslagen tot een paar regels en heeft iedereen er een mening over. Terwijl het veel gelaagder is. Het is bijvoorbeeld lastig uit te leggen hoe de schaamte, die je overvalt nadat jou zoiets overkomt, werkt. Waarom je misschien jaren hebt gezwegen. Hoe het komt dat je liegt voor een dader.
Dit stukje duurt overigens maar kort: precies zes minuten en 42 seconden, 3 procent van de totale voorstelling. Het is verder entertainment. Maar het is één van de grootste puzzelstukken: ik wil het aansnijden, maar het ook luchtig houden. Dus pak ik er even mijn bingokaart bij met alle kwalijke vragen die aan slachtoffers gesteld worden.”
Ook neem je alle dooddoeners door met de zaal. ‘Hier kom je sterker uit.’ ‘Je moet het een plekje geven.’
“Dat zeggen mensen vanuit het idee dat er voor alles een oplossing bestaat. Dat het maakbaar is en dat het allemaal goed komt. Ik pleit in de voorstelling juist voor de schoonheid van wat niet meer goed komt, van wat gerafeld en gehavend is.”
Prikkelarme kermis markeert ook dat Sara Kroos 25 jaar in het vak zit. Als achttienjarige stond ze in 2000 onbevangen op het toneel. ‘Dit is met afstand het grootste talent dat ik in de geschiedenis van het Leids Cabaret Festival ooit gezien heb’, schreef oprichter Harry Kies op haar aanmeldingsformulier. Sindsdien maakte ze elf solovoorstellingen.
In haar tweede, Lam, uit 2003 sprak ze al over het misbruik uit haar jeugd, zij het dat ze er toen cynische grappen over maakte en zich letterlijk overschreeuwde. “Volgens mij is het omarmen van imperfectie en pijn al 25 jaar mijn hoofdthema,” zegt ze monter. Daarna serieus: “Dat is ook mijn drijfveer om zo persoonlijk te zijn. Heb ik dat weleens vervloekt? Nou, als zo’n mevrouw met al die vragen van de bingokaart op me afkomt wel ja.”
Ze denkt even na. “Tegelijkertijd is dat niet waar, want zo’n vrouw is juist de reden dat ik zo openhartig ben. Zodat ik haar de andere kant kan laten zien.”
Hoe is deze voorstelling ontstaan?
“Ik kon heel lang niks. Door de PTSS had ik allerlei angsten, nachtmerries en herbelevingen en kwam ik nauwelijks de deur uit. Ik heb jaren geen piano gespeeld, geen grap opgeschreven. Dat betekende niet dat ik mijn humor kwijt was, want die gebruiken we thuis juist graag bij de zwaardere onderwerpen. Mijn relativering en sarcastische ondertoon zijn altijd gebleven. Maar voor de rest was het stil.”