Schilderen op exotische eilanden
“Dit is het jubeljaar”, zegt hij en tikt stevig op het doek. Juist zijn internationale filmcarrière maakte het mogelijk op tal van exotische plaatsen te schilderen. Vanuatu in de Stille Oceaan, Ouarzazate in Marokko. “Ik had een koffertje laten maken in Londen voor mijn schilderspulletjes. Dan zei ik: de schilder gaat met me mee.”
“Als je filmster wordt in het buitenland, word je ontzettend in de watten gelegd. De mooiste hotels, limo’s, dat soort gedoe.” Nee, een lijdende kunstenaar is hij niet geweest. “Deze schilder dacht: wat fijn. Ik hoef niet op een tochtige zolder, ik hoef m’n oor er niet af te snijden”, zegt hij schaterlachend.
Hij verkeerde tussen bewierookte sterren als Barbra Streisand en Joan Collins, maar zelf heeft hij nooit een ster willen zijn, bezweert hij. “Nee, zo iemand ben ik niet. Ik zou het verschrikkelijk vinden. De grootste mannelijke ster met wie ik gewerkt heb was Harrison Ford en die was normaler dan wie ook. Hij was timmerman toen hij ontdekt werd. Ik was dol op hem. We hadden lange gesprekken over schilders, hij had een Bonnard. Ik heb van mijn allereerste Amerikaanse geld een kleurenlitho van Bonnard gekocht, een hele mooie.”
In de presidentiële suite
Krabbé heeft wel genoten van het succes, samen met zijn gezin. Zijn ogen gaan glimmen. “Toen ik met de Kennedy’s aan het eten was in Washington – het klinkt bespottelijk maar het was zo – zaten Martijn en Jasper in de presidentiële suite van het Four Seasons-hotel. Toen ik terugkwam hadden ze alles besteld op de menukaart, flessen drank geopend. Ze hadden gelijk ook, dit maak je nooit meer mee. Voor die tijd gingen we naar Zuid-Frankrijk, in een lekkende tent.”
Zijn jongste zoon Jakob had echter niet anders meegemaakt, zegt Krabbé. Hij wende eraan. “Dan zeiden zijn oudere broers: Jakob, dit is niet de gewone wereld. Mijn vrouw Herma is de nuchterheid zelve, die houdt me op de grond. Niet dat ik de neiging heb: we zijn een heel nuchtere familie die iets heel raars heeft meegemaakt.”
Het zijn de familieleden en vrienden, niet de filmsterren, die het gros van de acht doeken bevolken. Als je tegen je tachtigste terugkijkt op je leven, dan schilder je blijkbaar geen filmpremières, maar je vrouw die zwanger is. Of je moeder, met een foto van haar vermoorde zus in haar hand. De kinderen en kleinkinderen.
“Natuurlijk is dat allemaal veel belangrijker”, roept Krabbé emotioneel uit. “Succes is een station waar je niet moet uitstappen, dat is echt waar. Succes is een heerlijke stilstand. Iedereen blij, alles is leuk. Maar wat heb je eraan? Verderop is het misschien veel interessanter.”