Paul Haenen

Cabaretier Paul Haenen maakt politieke satire over de formatie: ‘Gaat het wel, Pietertje?’

Zelf kruipt hij in de rol van verkenner Ronald Plasterk. ‘Dat lukte meteen. Hij heeft hetzelfde als Andries Knevel: dat lachen en dan meteen weer serieus. Dat schrikachtige.’

Hij vindt dat wij er als Nederlandse burgers recht op hebben: weten wat er achter de schermen in Den Haag gebeurt. Cabaretier, programmamaker en schrijver Paul Haenen (78) die al meer dan 25 toneelstukken op z’n naam heeft staan, heeft zich nu aan het politieke geharrewar op het Binnenhof gewaagd: “Ik ben nieuwsgierig. We hebben geen idee wat er gebeurt in die kamertjes. Er werd ook niet gelekt. Toen dacht ik: als wij het niet horen, dan verzin ik het zelf wel.”

Paul Haenen op het podium van het Betty Asfalt Complex

Tot op het laatst gaat Haenen de tekst van het stuk De Formatie actualiseren. “Voor de voorstelling is het leuk dat ze er nu uit zijn, want dan ben je als publiek extra geïnteresseerd wat eraan voorafging.” Want de ministersploeg is nu bekend en zal binnenkort op het bordes staan.

Maar het gaat Haenen vooral om die ‘rare’ zeven maanden vanaf de verkiezingen in november. Een periode van ruim een half jaar die volgens hem ook in anderhalve dag had gekund. “In mijn stuk zijn ze er ook heel gauw uit. Want het zijn immers vier fracties aan de rechterkant van het spectrum die tot dit akkoord zijn gekomen. Timmermans was er niet eens bij. Zo moeilijk was het niet.”

Haenen is blij dat de PVV intussen niet de grote overwinnaar van de Europese verkiezingen werd, ‘dat we voor de buitenwereld een land blijven van compromissen, van overleg’. Maar als schrijver zegt hij ‘achter al z’n karakters te staan’ en wil hij geen politieke voorkeur laten doorschemeren.

Vier sterke karakters

Haenen: “Normaal bedenk je personages voor zo’n theaterstuk, maar nu zijn ze er al. Dat is handig. Ik probeer me voor te stellen wat er al die maanden is voorgevallen tussen die vier partijleiders, vier sterke karakters: Geert Wilders (met de meeste Kamer- en debatervaring, heeft geen last van zijn partij, want alleenheerser, er is ook geen lastig partijcongres), Caroline van der Plas (die al die tijd, zoals ze zelf zegt, de moederrol op zich heeft genomen – Gaat het wel, Pietertje?) Pieter Omtzigt en Dilan Yesilgöz.”

Voor Wilders moeten die maanden een hel zijn geweest, denkt Haenen. “Hij moest steeds maar weer overleggen, dat is hij niet gewend, en hij vindt de media tuig van de richel. En steeds weer moest hij langs dat tuig van de richel, en iets, maar dus niets zeggen. Wilders wilde premier worden, maar dan zou hij al te vriendelijk moeten worden, nu kan hij Kamerleden blijven bashen.”

Mooie kamer. Mooie stoel

Het toneelstuk begint, vertelt Haenen, zoals het ook in het echt begon: “Wilders komt binnen, en zegt tegen verkenner Ronald Plasterk: Daar zijn we dan. Wilders zegt: Mooie kamer. Hij gaat zitten. Zegt: Mooie stoel. Dan komt Van der Plas binnen, zegt ook: Mooie kamer. Mooie stoel.” Fijn als dat voor iedereen de gewoonte wordt, zegt Haenen, dat als je ergens op bezoek gaat, je zegt: Mooie kamer. Mooie stoel. “En Yesilgöz zegt: Nou, je hebt hier wel mooiere kamers. Omtzigt zegt niet veel bij binnenkomst.”

Omtzigt is een speciaal geval, volgens Haenen. Hij zou zo in een stuk van Samuel Beckett kunnen spelen, vindt hij, zoals Wachten op Godot. “Door die stilte. Je denkt bij hem: wat gaat er veel in je om, dat maalt maar door. In mijn stuk is hij misselijk, loopt weg of zit eindeloos met zijn hoofd in zijn handen. Hij wilde niet met de PVV, tot Wilders ineens water bij de wijn ging doen. Ik denk dat Omtzigt van alle vier het meest heeft geworsteld met zijn geweten. Yesilgöz kan goed luisteren, dat zie je in talkshows: ze is geïnteresseerd, heeft humor, een lieve vrouw denk ik. Voor haar was het ook moeilijk, waar ligt mijn belang, moet ze steeds hebben gedacht.”

In het stuk gaan de vier partijleiders ook letterlijk aan elkaar snuffelen als ze bij elkaar zitten. “Die scène is al af. Omtzigt vindt het een beetje grensoverschrijdend, maar doet wel mee. Wilders vindt het belachelijk allemaal, maar zwicht ook. ‘Het belangrijkste is’, zo begint Plasterk, ‘dat jullie dichter tot elkaar komen en respect voor elkaar gaan opbrengen.’ Ze hoeven geen vrienden te worden, maar moeten wel in elkaar gaan geloven. Plasterk vraagt ze ook met een voorbeeld uit hun eigen leven te komen, wanneer ze iemand gingen vertrouwen en waarom.”

Haenen: “Wilders loopt op een gegeven moment weg, en stuurt een bericht via X de wereld in: ‘Het lijkt wel of ik hier in een emmer snot zit.’ Als de andere drie protesteren als hij terug is, zegt hij: Doe niet zo kinderachtig, dat doe ik voor mijn achterban, laten we op een volwassen manier met elkaar omgaan.”

Familieopstelling in een Big Brother-setting

“Ja, het is een soort familieopstelling in een Big Brother-setting, ze kunnen niet echt weg. Ze mogen niet lekken, dat willen ze wel. Eigenlijk willen ze zeggen: ‘Het is een soort inrichting!!’ Maar dat mag niet. Ik speel zelf verkenner Plasterk, want dat lukte meteen goed, hij heeft hetzelfde als Andries Knevel: dat lachen en dan meteen weer serieus. Dat schrikachtige.”

De informateurs lopen ook in het toneelstuk rond, net als beoogd premier Dick Schoof. Diens kinderen eisen van hem dat het een knetterlinks kabinet wordt. “Hij zegt dan dat hij zich daar niet aan kan houden. Maar dat-ie wel wil proberen het linkser te maken dan dit demissionaire kabinet. Ik moet er nog wat aan schaven, want het moet wel geloofwaardig blijven.”

Op 3 juli is de eerste voorstelling, in Haenens eigen Betty Asfalt Complex dat hij al 35 jaar samen runt met zijn echtgenoot Dammie van Geest in het centrum van Amsterdam. Het stuk wordt gespeeld door de Theatertroep, een theatercollectief van zes acteurs dat vanaf juli ook het Betty Asfalt-theater overneemt. Ter ere daarvan is er een Zomerfestival, met dit toneelstuk als aftrap. En het Betty Asfalt zal van naam veranderen: Theater de Richel.

Haenen verheugt zich op de samenwerking met de Theatertroep. “Als ik op 3 juli ’s ochtends zeg: ik heb toch nog iets anders bedacht, dan fietsen ze het erin. Zij houden ook van snelle onverwachte dingen. Ik wil dat het publiek denkt: hé, dat zat vandaag nog in het Journaal. Dat zie je niet veel meer, actueel theater.”

Haenen vat zijn voorstelling nog even samen: “Dat mensen contact zoeken met elkaar en het niet vinden, en de eenzaamheid die steeds op de loer ligt.” Hij zegt nog te overwegen om er een scène in te schrijven waarin de vier demagogieles krijgen. “Lijkt me leuk. Dat je leert om te liegen, zonder dat het als leugen overkomt. Dat Wilders die stikstofplannen van tafel veegt, en Yesilgöz bezwaar maakt, en Wilders zegt: Doe toch niet altijd zo negatief. Linkse partijen moeten dat ook leren: trek het debat naar je toe.”

Paul Haenen in de foyer van het Betty Asfalt Complex

Haenen gunt Net5 een oppepper

Paul Haenen heeft een plan voor Net5, de ‘rommelzender’ van John de Mol. Hij heeft het nog niet met De Mol overlegd, maar hij ziet een ‘leuke, actuele, journalistieke zender’ voor zich. Haenen: “Dat idee had tv-bons Fons van Westerloo ooit al, een alternatieve VPRO, en zo ontstond Net5. Het wordt tijd dat idee nieuw leven in te blazen. Met grensverleggende programma’s, zoals ook een ruimdenkende, progressieve versie van Vandaag Inside. Een brutale, vrijgevochten zender dus. Dan kan Arjen Lubach die weg is bij de VPRO - waarom eigenlijk? - ook één avond vullen, een Saturday Night Live, en dan een heel seizoen lang. En Dammie en ik maken dan TroostTV.

TroostTV ontstond in coronatijd, omdat veel mensen angstig waren. Van de NPO kregen ze twee maanden op zondagmorgen een uur, daarna hield het op. Dus gingen ze verder op YouTube, wat een groot succes werd: Nederlanders van over de hele wereld keken ernaar en vergaten hun ellende even. De terugkerende troostende boodschap: ‘Laat je piekeringen voor het slapengaan van je afglijden, want de essentiële problemen zijn er de volgende dag toch wel weer.’

Interview: Ally Smid