Toch gaat ze het doen. “Het is belachelijk, want ik droom heel vaak dat ik onvoorbereid het toneel op moet, dat iedereen alles ziet omdat ik in een soort glazen doos zit, nou, dat is dit precies, haha. Maar het is juist een reden om ja te zeggen. Waarom? Omdat ik vaak nee zeg en het liefst veiligheid opzoek. En ik weinig deelneem aan het leven. Dan ben je veilig, maar raken kwesties je ook niet meer echt. Ik ga dit echt doen met mensen samen, met mijn tegenspelers en het publiek. Hopelijk komt er iemand kijken.”
Wie zijn je tegenspelers: mensen van de toneelschool of van de straat?
“Eerder dat laatste. Er schijnt op verschillende plekken een oproep te hebben gestaan waar mensen zich konden melden. Als het goed is, wordt dat een dwarsdoorsnee van de maatschappij: oud, jong, mannen, vrouwen, van verschillende kleuren en uit verschillende klassen. In die zin is het ook een sociologisch experiment. Oh... ineens ben ik bang dat er exen van me tussen zullen zitten.”
Dan wordt het een soort Marina Abramovic-act, zoals die met haar Ulay in het MoMa in New York: twee exen die elkaar eindeloos aanstaarden.
“Ja. Wist zij nou van tevoren dat hij meedeed? Nee toch? Nee.”
Bij een eerdere versie van jouw voorstelling, in Sydney in 2017, deden mannelijke tegenspelers naar toen de actrice vermoeid raakte. Ze maakten misbruik van haar zwakte.
“Ja, interessant. Bij ons zijn er wel regels waar tegenspelers aan moeten voldoen, zodat mijn grenzen enigszins bewaakt blijven. Dat is fijn. Er zullen mannen zijn die hun mannelijkheid willen laten gelden. Ik hoop niet dat ik een muur optrek, maar dat zal ook weleens een uurtje gebeuren. En om de twee uur is er een kwartier pauze. Dan kan ik even naar de wc, koffiedrinken of juist een hazenslaapje doen. Daar ben ik trouwens helemaal niet goed in. Ja, het wordt een uitputtingsslag, ha!”
Dit stuk, dat eigenlijk één scène is, The Second Woman, geschreven in 2016, gaat over een vrouw, Virginia, en haar partner Marty. Hun relatie wankelt. Marty komt bij haar langs, neemt eten mee en ze praten wat. De scène eindigt steeds met de zinsnede van de tegenspeler: ‘Ik hou van je’ of ‘Ik heb nooit van je gehouden’. Die vertrekt en zij ruimt op. Dan zijn de 10 minuten om.
De tegenspeler neemt steeds noedels mee, weet Verbaan al. “Ik moet 24 uur noedels eten!” en alles speelt zich af in een soort vierkante ruimte op het podium van de Amsterdamse schouwburg ITA, omhuld met doorzichtige schermen waar het publiek en de spelers doorheen kunnen kijken. Alles wordt met verschillende camera’s gefilmd en het publiek, dat komt en gaat, wordt aangemoedigd om tussen de scènes van stoel te wisselen om de twee spelers vanuit verschillende perspectieven te zien.