Georgina Verbaan - The Second Woman

Georgina Verbaan speelt 24 uur lang steeds dezelfde scène: ‘Eigenlijk is het een nachtmerrie’

Ze wilde een keer helemaal uit haar comfortzone komen. Nou, dat gaat haar wel lukken in de unieke Holland Festival-theatervoorstelling The Second Woman. ‘Ja, het wordt een uitputtingsslag. Ha!’

Honderd verschillende tegenspelers krijgt ze tegenover zich. Honderd in 24 uur. Actrice Georgina Verbaan is wel wat gewend, maar dit is een uitzonderlijke artistieke krachtsinspanning. In de filmische theatervoorstelling The Second Woman speelt ze één scène 100 keer gedurende een periode van 24 uur.

De scène van zo’n 10 minuten, waarin ze als Virginia steeds de relatie met tegenspeler Marty uitmaakt, is geïnspireerd op de Amerikaanse cultfilm Opening Night uit 1977 van John Cassavetes. In de film, een psychologisch drama, maakt een gevierd actrice met plankenkoorts en een alcoholprobleem zich zorgen over het ouder worden. De actrice moet in de film het toneelstuk The Second Woman spelen, krijgt ruzie met de auteur van het stuk en kan haar tegenspeler niet uitstaan, die ook haar ex is.

Die film heeft Verbaan (44) ooit gezien, vertelt ze als het gaat over hoe ze zich op haar voorstelling voorbereidt. Maar ze wil ’m zeker nog een paar keer zien. Maar ook What Ever Happened to Baby Jane en Who’s Afraid of Virginia Woolf, films over een vergelijkbaar thema. Ze is net klaar met de opnames van een nieuwe Videolandserie waarin ze een hoofdrol speelt en moet even schakelen. “Ik heb begin dit jaar twee keer online contact gehad met de Australische makers, Nat Randall en Anna Breckon. Ik had nog niet besloten, vond het idee vooral heel eng, benauwend, een nachtmerrie.”

Toch gaat ze het doen. “Het is belachelijk, want ik droom heel vaak dat ik onvoorbereid het toneel op moet, dat iedereen alles ziet omdat ik in een soort glazen doos zit, nou, dat is dit precies, haha. Maar het is juist een reden om ja te zeggen. Waarom? Omdat ik vaak nee zeg en het liefst veiligheid opzoek. En ik weinig deelneem aan het leven. Dan ben je veilig, maar raken kwesties je ook niet meer echt. Ik ga dit echt doen met mensen samen, met mijn tegenspelers en het publiek. Hopelijk komt er iemand kijken.”

Wie zijn je tegenspelers: mensen van de toneelschool of van de straat?

“Eerder dat laatste. Er schijnt op verschillende plekken een oproep te hebben gestaan waar mensen zich konden melden. Als het goed is, wordt dat een dwarsdoorsnee van de maatschappij: oud, jong, mannen, vrouwen, van verschillende kleuren en uit verschillende klassen. In die zin is het ook een sociologisch experiment. Oh... ineens ben ik bang dat er exen van me tussen zullen zitten.”

Dan wordt het een soort Marina Abramovic-act, zoals die met haar Ulay in het MoMa in New York: twee exen die elkaar eindeloos aanstaarden.

“Ja. Wist zij nou van tevoren dat hij meedeed? Nee toch? Nee.”

Bij een eerdere versie van jouw voorstelling, in Sydney in 2017, deden mannelijke tegenspelers naar toen de actrice vermoeid raakte. Ze maakten misbruik van haar zwakte.

“Ja, interessant. Bij ons zijn er wel regels waar tegenspelers aan moeten voldoen, zodat mijn grenzen enigszins bewaakt blijven. Dat is fijn. Er zullen mannen zijn die hun mannelijkheid willen laten gelden. Ik hoop niet dat ik een muur optrek, maar dat zal ook weleens een uurtje gebeuren. En om de twee uur is er een kwartier pauze. Dan kan ik even naar de wc, koffiedrinken of juist een hazenslaapje doen. Daar ben ik trouwens helemaal niet goed in. Ja, het wordt een uitputtingsslag, ha!”

Dit stuk, dat eigenlijk één scène is, The Second Woman, geschreven in 2016, gaat over een vrouw, Virginia, en haar partner Marty. Hun relatie wankelt. Marty komt bij haar langs, neemt eten mee en ze praten wat. De scène eindigt steeds met de zinsnede van de tegenspeler: ‘Ik hou van je’ of ‘Ik heb nooit van je gehouden’. Die vertrekt en zij ruimt op. Dan zijn de 10 minuten om.

De tegenspeler neemt steeds noedels mee, weet Verbaan al. “Ik moet 24 uur noedels eten!” en alles speelt zich af in een soort vierkante ruimte op het podium van de Amsterdamse schouwburg ITA, omhuld met doorzichtige schermen waar het publiek en de spelers doorheen kunnen kijken. Alles wordt met verschillende camera’s gefilmd en het publiek, dat komt en gaat, wordt aangemoedigd om tussen de scènes van stoel te wisselen om de twee spelers vanuit verschillende perspectieven te zien.

Je mag vlak van tevoren nog even oefenen met een paar tegenspelers, collega-acteurs die jij op een voorkeurslijstje hebt aangeleverd.

“Ja, maar geen idee wie er kan en komt. In elk geval kan ik zo enigszins vertrouwd raken met de mise-en-scène. Er zit ook een dans in, en een val. Die ga ik allebei nog oefenen met een choreograaf.”

Wat is je grootste angst?

“Of ik dit als actrice wel kan. Maar ik geloof dat het er vooral om gaat dat ik het als mens volhoud. Die tegenspelers kunnen ook uit hun spel raken, en ik moet ze dan terugleiden naar waar we mee bezig zijn.”

Ga je ook putten uit de relaties die jijzelf had?

“Oh ongetwijfeld. Je kunt in de liefde in een bepaalde rol vallen, dat je denkt: waarom doe ik dit, waarom zeg ik dit? Dat je uitzoomt en je jezelf helemaal niet herkent. Dat je je afvraagt: praat ik nu iemand anders na? Dat de ander jou zo zag in het begin, en zo wil blijven zien en denkt dat je echt zo bent. Ik vind de liefde best ingewikkeld, en kies soms grillige mensen uit om verliefd op te worden.”

Je zegt dat het begin van je voorstelling het minst interessant zal zijn. Na hoeveel uur komt het er op aan, denk je?

“Als mijn personage en ikzelf door elkaar heen gaan lopen. Feit en fictie. Dan wordt het spannend.”

In de film Opening Night, waarop dit gebaseerd is, kan de hoofdrolspeelster werkelijkheid en fictie ook niet meer goed onderscheiden. Heb jij dat tijdens het spelen weleens gehad?

“Ik speelde in het toneelstuk Venus met Jeroen Spitzenberger, dat ging over verleiding en macht en begon elke avond weer met zo’n heftige sfeer, ik nam het de hele dag mee. En eerder bij De ingebeelde zieke van Molière, een komedie bij de Utrechtse Spelen. Ik hoorde constant in mijn hoofd: Het zijn je longen, het zijn je longen. Die herhaling, wekenlang, kan je echt gek maken. Dit is gelukkig maar 24 uur.”

In The Second Woman speelt Georgina Verbaan op 28 juni vanaf 16 uur tot 29 juni 16 uur één scène 100 keer. De voorstelling op het podium van de Amsterdamse schouwburg ITA wordt live gescreend in bioscoop Tuschinski. Info: hollandfestival.nl

Interview: Ally Smid